Waar zijn we in godsnaam mee bezig? Als Abou Jahjah en Ahmed Azzuz van de Arabisch Europese Liga door een Antwerpse rechtbank veroordeeld worden omdat ze hun 'morele gezag' niet aangewend hebben om rellen te stoppen, wat blijft er dan nog overeind van onze democratie?
De bewuste rellen waren in november 2002 uitgebroken nadat een bejaarde man islamleerkracht Mohamed Achrak had doodgeschoten. Jahjah kwam pas na het uitbreken van de rellen ter plaatse en had, volgens de Antwerpse rechter, zijn morele aanzien bij de allochtone gemeenschap moeten aanwenden om de gemoederen te bedaren.
Maar wat is moreel gezag? Welke verantwoordelijkheid brengt dat met zich mee? En kan en moet een mens zich ten allen tijde bewust zijn van hoeveel mensen iemand kan beïnvloeden? Het zijn essentiële vragen waar de Antwerpse rechter in zijn uitspraak aan voorbij gegaan is. Want alleen met een antwoord op die vragen had de rechter in eer en geweten een oordeel kunnen vellen over Jahjah en Azzuz.
Nu heeft de rechter van het begrip 'moreel gezag' een vrijbrief gemaakt om mensen een verantwoordelijkheid aan te wrijven die ze niet kunnen waarmaken. Want hoe zeer kun je het gedrag van een groep mensen sturen? Hangt dat af van 'moreel gezag'? Hangt dat ook niet af van de omstandigheden en de persoonlijkheid van alle mensen die die massa uitmaken die jij zogezegd in bedwang moet houden?
Wie denkt dat de uitspraak van de Antwerpse rechter enkel gericht is tegen Jahjah en Azzuz en met hen de hele moslimgemeenschap, die heeft het mis. Het is een niet mis te verstane waarschuwing aan de hele samenleving. Wie de openbare orde uitdaagt, haalt zich meteen een verpletterende verantwoordelijkheid op de hals.
Laten we dan meteen de redacties van de Vlaamse en Franstalige kranten een jaar naar de gevangenis sturen. Want waar was hun 'moreel gezag' toen ze de afgelopen zeven maanden de Belgische bevolking opgejut en misleid hebben met hun berichtgeving over het communautaire debat. Dat de Vlamingen bewust tegen de Walen gekozen hebben en dat de Walen bewust de Vlamingen willen fnuiken is onjuist gebleken. Maar pers en politici hebben dat verhaal tot een realiteit gemaakt. Misschien hebben we de straten van Brussel nog niet opgebroken, maar de verhoudingen tussen de twee taalgemeenschappen zijn er niet op verbeterd. Als het opstootje in Borgerhout als staatsgevaarlijk wordt gezien, hoe moet je dan nog het gedrag van pers en politici van de afgelopen maanden beoordelen?
Als copywriter probeer ik, samen met een team van Art Directors en strategen communicatie te maken die mensen in beweging zet. Vroeger uit commerciële overwegingen, nu uit maatschappelijk engagement en respect voor mens, milieu en maatschappij. Als dichter stel ik datzelfde weer in vraag.
Persuasief communiceren zoals dat dan heet, is zowat het moeilijkste wat er is. Nu ja, het moeilijkste. Als je niet in populisme wilt vervallen of in holle retoriek, dan is het niet evident. Politici, spin-doctors, priesters, sekteleiders, acteurs, journalisten, mediafiguren, brandgoeroes en woordvoerders, ze bezondigen zich er allemaal aan. Zij krijgen met trucs - noem het techniek als je wil - heel wat mensen in beweging om hun idee te bejubelen, hun visie te realiseren of hun product kopen.
Als je ziet hoe politici tegenwoordig campagne voeren, dan moeten ze behoorlijk schrik krijgen van die Antwerpse rechter. Want zij misleiden schaamteloos de massa. Geef toe, als je alle uitspraken, kiesdrukwerk en partijprogramma's van de afgelopen jaren onder de loep zou nemen, dan is de kloof met de werkelijkheid behoorlijk groot. Is dat dan geen misbruik maken van je 'morele gezag'?
Neen, in dat geval ligt de verantwoordelijkheid bij het individu. Dat kiest bewust voor een politicus, voor een godsdienst, voor een product, voor een mening ook. Kozen die mensen die in 2002 in Borgerhout er dan ook niet zelf voor om op straat te komen? Iedereen had de keuze kunnen maken om niet te komen. De mensen die op straat kwamen kozen ervoor om hun ongenoegen te uiten. Niet zoals ik dat zou doen, maar goed. Daarvoor hebben we een democratie. De grenzen van uitingsvormen kunnen getest worden.
Terug naar de kern van de zaak. Hoe kun je Jahjah en Azzuz aanwrijven dat ze hun 'morele verantwoordelijkheid' niet aangewend hebben om al die individuen op andere gedachten te brengen? Eigenlijk zegt de rechter dat beide mannen die door het establishment - wat een lelijk woord niet? - als duivels versleten werden, hadden moeten optreden als een soort verlichte figuren voor 'hun' gemeenschap. Van een paradox gesproken. Het is nog maar de vraag of de jongeren die op straat kwamen het allemaal eens zijn met Jahjah en Azzuz. En of ze naar hen geluisterd hadden als de twee langs de neus weg hadden gezegd dat ze naar huis moesten terugkeren om daar tussen vier muren, in een moskee of vzw-theehuis hun woede te kanaliseren.
Het is bijzonder cynisch om te zien dat de uitspraak van de Antwerpse rechter gebaseerd is op artikel 66 van het strafwetboek, beter bekend als de 'opruiingswet' van 1886. De wet kwam er op vraag van de conservatieve politicus en industrieel Charles Woeste. Die wilde met de wet de strijd aanbinden met priester Daens en de arbeiders, mensen die toen opkwamen voor datgene waar ze recht op hadden: een beter leven en meer democratie.
Verschilt deze revolte dan zo veel van het protest van de moslimjongeren in Borgerhout? Het 19de eeuwse arbeidersprotest verliep ook niet zoals de elite dacht dat protest hoorde te verlopen: onderdanig, geciviliseerd en in het Frans. Een taal die de arbeiders allesbehalve machtig waren. Klein detail, maar kom. Daens zal zich omdraaien in zijn graf. Dat Woeste, zoveel jaren later, toch zijn gram haalt met zijn wet is een blaam voor onze democratische samenleving en vooral voor de instellingen die die democratie in opdracht van de burgers moeten bewaken.
Hebben we daar zelf schuld aan? Ja, omdat we ons eigen 'moreel gezag' verfoeid hebben. We hebben het steeds meer aan de overheid overgelaten om de samenleving te organiseren. Mensen wijzen op hun plichten en morele verantwoordelijkheid, dat is iets wat je misschien nog doet in een gezin, maar niet meer op straat. Je medeburger aanspreken op zijn of haar verantwoordelijkheid, daar begin je toch niet aan? Je hebt het recht niet, toch? Neen, we hebben dat recht inderdaad niet meer. We hebben het namelijk ten voordele van onze eigen gemoedsrust verpand aan de overheid, aan het gerechtelijk apparaat, aan de pers, aan academici en - godbetert - aan religieuze instanties en 'God'.
Met alle gevolgen van dien. We verliezen de speelruimte die een democratie nodig heeft. Want het oordeel van de rechter in Antwerpen, de uitspraak van een imam of de wil van een premier zijn 'wet'. Daar valt veel minder aan te tornen, daar valt ook veel minder mee te leven dan wat we onderling tegen elkaar zeggen. Dat is absoluut. Absolutie krijgen is een vorm van verlossing, zo geloven de Rooms-Katholieken. Een democratie is niet gebaat met dit soort absolutie. Het stopt het denkvermogen, het vergroot onze angst en het vermindert ons zelfvertrouwen.
We mogen ons niet vergissen: gemoedsrust is geen vrijheid. Onze samenleving heeft weer individuen nodig die hun verantwoordelijkheid opnemen, die publiekelijk het debat aangaan, die mensen aanspreken op hun verantwoordelijkheid, gewoon, op straat, zonder schrik om in elkaar getimmerd te worden en met de zekerheid dat ze van antwoord gediend zullen worden. Maar daar is niets mis mee. Alleen in een dictatuur moet je zwijgen.
Ik zal niet zwijgen. Nooit.
Sluit jij je hierbij aan? Laat van je horen. Stuur door. Maak lawaai.
Volgens Van Dale...
mo·reel1 (het)
1 veerkracht van een groep of individu in moeilijke omstandigheden
2 zedelijk peil
mo·reel2 (bijvoeglijk naamwoord)
1 volgens de moraal
2 betreffende de veerkracht in moeilijke omstandigheden
ge·zag (het)
1 door anderen aanvaarde macht
2 de overheid
3 geestelijk overwicht