Reuzendrager
Als ik schrijf, hoef ik niet te kiezen
in welke van jouw ogen
ik moet kijken,
kan ik mijn woorden zorgvuldig laten verstommen
zodat jij ze later weer kan laten klinken
zoals jij ze horen wil.
Geen drukte om stemgeluid
om nadrukken, om indrukken, om
hoogtes en laagtes, om ongemakkelijke stiltes,
om wie zegt wat wanneer,
geen buiten adem meer
van al het nahappen van spijt
over wat en hoe ik het gezegd heb.
Laat mij maar van hier naar jou
hunkeren,
vrijen is altijd vrijer, tastbaarder
wanneer ik in gedachten de liefde bedrijf
met de herinnering aan jouw lichaam
en het mijne
naar behoren ons weet te behagen
omdat mijn huid zich niet moet inspannen
om te ontspannen bij iedere aanraking
ik niet druk in de weer moet met regisseren
van lippen en tong
wanneer ze met die van jou aan het spelen gaan,
mijn vingers overal en nergens zijn en altijd
waar ze zijn moeten, en ik kan voelen
voelen hoe je voelt hoe ze je raken
ik me geen zorgen moet maken
over een genot van aanraken
dat ik zelf niet ken.
Want hier buiten ben ik een reuzendrager,
een aan bloemkool ontsproten
en uit de kluiten gewassen kind,
dat iedere dag opnieuw
het lichaam op zijn schouders heist
van een man die hem met de jaren steeds meer ontgroeit en vermoeit,
zich turend en glurend,
wiegend en waggelend een weg
door het leven baant, bang
voor de brokken die hij achterlaat.
Waar jij in mijn ogen kijkt
kan ik je niet zien,
waar jij in mijn oren fluistert,
kan ik je niet horen,
waar jij me aanraakt,
kan ik je niet voelen.
Hier is alles van ver en bij benadering,
ben ik bij voorbaat verdwaald
noch voor ik het huis verlaat,
en kan het niet anders
dan dat het vanop afstand makkelijker gaat
om samen te zijn.
Reacties
Een reactie posten