Het heim
Zo'n mooi woord: het heim.
Aan de rand ervan
Buigt steels het gras
Waar de wind haar kroelt
Haar speels
Door de haren woelt
Terwijl wat verderop
Temidden
De vijver nog ongeroerd
In haar bedding van jaren
Zo nauwgezet en teder
Als jouw rug in mijn schoot
Na lang bedaren
De treurwilg wiegt
Zij mijmert, mocht ze
Zingen ze zou
Neuriën, met zachte stem
Noch hoog, noch laag
Haar schaduw speels
Om haar lenden
Zij wiegt haar heupen
Wikt en wiegt en weegt
Al haar gebaren
Nog daar voorbij
Tot aan de einder
Waar de kleuren
Van helder tot zacht
En onvast
In de zoom van land en lucht
Uitlopen, begint straks
Opnieuw
Het dagen
Het verwijlen
Het verpozen
Het wel
Het wee
Van het heim
En haar onherroepelijke vervagen.
Reacties
Een reactie posten