Boekenliefde

Of ik al die boeken al gelezen heb? Ze vragen het elk een paar keer per jaar, mijn dochters.
Het antwoord blijft hetzelfde. Neen. Al heb ik in zogoed als alle boeken gelezen, gebladerd, gekeken.
De voorbije jaren zijn er een paar duizend boeken in mijn leven gepasseerd, waarvan het gros me nu nog omringt. Een deel is vertrokken, verkocht, uitgedeeld. Omdat mijn leven veranderde, mijn interesses, mijn woonruimte.
Boeken, zo merk ik, zijn mijn mensen. Ik vind het bijzonder om ze bij elkaar te brengen en ze, in mijn verbeelding, in gesprek te laten gaan met elkaar. Het is iets wat ik vroeger al eens met mensen ook deed, ze bij elkaar brengen, en dan zien wat er gebeurde. Mensen die elkaar niet meteen zouden ontmoeten, die op het eerste gezicht niets gemeen hebben, maar uit wiens ontmoeting de bijzonderste verhalen ontstaan.
Toen ik eind jaren negentig van de vorige eeuw aan de Gentse universiteit mijn studie Germaanse filologie aanvatte, was dat in de volle overtuiging dat ik dankzij die studie zou kunnen proeven van de inzichten en kennis in tal van andere faculteiten. De licenties (de laatste twee jaren van de studie) beloofden een onmetelijke rijkdom aan keuzevakken. Helaas werd het curriculum herzien en werd het aantal vrij te kiezen vakken danig ingeperkt.
Terwijl taal en literatuur net gaan over het toegankelijk maken van werelden (innerlijk, geografisch, mentaal, ...), werden de muren tussen vakgroepen en faculteiten nog wat hoger gemaakt. Voor mij toch.
Taal en literatuur gaan over leven, en levende materie bestudeer je nog het best in zijn biotoop. Een kikker ontleden levert informatie op, dat klopt, maar niet dezelfde informatie als wanneer je die kikker bij leven en welzijn bestudeert in zijn of haar biotoop. En dan heb ik het nog niet over de belevingswereld van die kikker.
Ik was er rotsvast van overtuigd dat ik in de architectuur, in de geneeskunde, in de schilderkunst, in het theater, in de biologie, in de verpleegkunde en in tal van andere domeinen iets kon leren over taal en literatuur. En omgekeerd.
En ik geloofde ook dat taal en literatuur verbindend konden werken tussen al die domeinen. Het is niet voor niets dat mensen met verschillende achtergronden dezelfde romans lezen. Daar ontstaat een bijzondere vorm van kennisuitwisseling.
Als ik terugblik op de eerste tweeënveertig jaar van mijn leven, dan valt me op dat ik er altijd van genoten heb om werelden toegankelijk te maken, om verhalen en ervaringen toegankelijk te maken. Noem het vertaalwerk. Of misschien beter: verhaalwerk.
Ik ben ervan overtuigd dat al mijn boeken iets delen. Geen grootste gemene deler, maar een amalgaam, een soort levend netwerk, een rijke levensvorm.
Of het iets te maken heeft met mijn eigen vorm van anders zijn? Ik denk van wel. Waarom voel ik me niet thuis terwijl ik hier wel ben en leef en voortgebracht ben door al het leven dat me vooraf gegaan is? Wat heb ik te betekenen en bij te brengen?
In de bibliotheek van het leven is er geen grootste gemene deler als antwoord op die vraag. De biodiversiteit, de veelheid aan verschillen maakt net het leven tot wat het is. Zonder biodiversiteit geen leven.
Het is een troostende gedachte die me vaak overeind houdt op moeilijke momenten. Het is een troostende gedachte die ik terug vind in de veelheid van verhalen en boeken die me omringen, en ook in de bibliotheken waar ik me altijd ergens thuis voel komen. Want ook al is alles er netjes geordend, je kunt er met het grootste gemak de gekste dingen bij elkaar krijgen op één en dezelfde leestafel en er is niemand die je zegt dat die dingen niet bij elkaar horen, daar op je leestafel.
Of ik al mijn boeken gelezen heb? Neen. Maar je hoeft toch ook niet alle mensen die je graag hebt door en door te kennen om ze lief te hebben, of om te weten dat je ze graag in je leven hebt?
Kan een selfie zijn van 1 persoon, baard, studeren, boek en bureau
Leuk
Opmerking plaatsen
Delen

Reacties