Dura lux, sed lux

Ze is het op één na oudste
Wie weet wel het oudste
Wat er is, ze is
Niet in leeftijd te vatten
Want leven en sterven
Zijn haar volkomen vreemd
Ook al zijn ze aan haar ontsproten
Verwant
Toch is niets haar zo ontheemd

Ze gaat waar wij nooit zullen komen
Wij hebben daar simpelweg
De tijd niet voor
Haar tijd niet voor
Zij is ons weten
Én ons vergeten
Zij geeft aan alles geweten
Als in "het is geschied"
Als het niet door haar
Beschreven is
Bestaat het ons niet

Zij heeft een paar profeten
Wiens ogen nooit anders hebben geweten
En toch, toch is er ook buiten hun
Aan de wereld onttrokken zicht
Een glimp van haar 
Dat hen doortrekt
Hun verbeelding tot leven
Hun leven tot leven wekt

Er is sindsooit geen houden aan
Noch hebben, ook al heeft men geprobeerd
Hebben wetenschappers, kunstenaars
Haar uitvoerig bestudeerd
Hebben we in tal van vormen
Een glimp van haar
Gerecreëerd, zij is van geen omvang
En voor geen vorm te vangen
Zij vormt, wat men ook beweert
Of eigenhandig boetseert
Zij is het die signeert

Er is niets wat zij niet aanraakt
Wat men ook beweert
Het is niet omdat wij er ons licht
Nog niet op hebben laten schijnen
Dat zij er al niet is gepasseerd

Zelf heb ik van haar geleerd
Hoe bescheiden het is wat we delen
Stofjes in een zee van ontijdigheid
Een flikkering in het aanschijn van de eeuwigheid
Nog maar net aangeraakt willen we maar één ding:
Haar niet kwijt
Maar zij is altijd
Zo zonder gewicht, energie noch materie,
Geen zwaartekracht 
Die voelbaarder maakt
Onze nietigheid. Onze bijna-niet-heid. Onze bijlange-na-niet-heid.

Ik speel met haar
Zoals een kind dat in het zand
Aan de vloedlijn
Een kasteel bouwt
Of zijn naam schrijft
Wat ik ook voor tekens achterlaat
Wie na mij komt, is het spoor
Kwijt

Dat, en daaraan herinneren
Daar gaat het om 
In het samenspel
Tussen diafragma
Sluiter- en sensualitijd.

Reacties