Stuntelen met stijl

“Trust me – I know what I’m doing.”(Sledge Hammer)

1.
“Media – en vooral communicatiemedia- zijn niet alleen maar ‘extensies van de mens’, maar beschikken over een bijna heilig vermogen tot het kwalitatief veranderen van de menselijke relaties. Allerlei alledaagse beperkingen, vooral op het vlak van communicatie met de medemens, moeten worden verlicht door technologische apparaten met de belofte van een naadloze en rechtstreekse communicatie. Omdat het echter toevoegingen zijn aan communicatie, zijn deze apparaten, net als menselijke relaties zelf, kwetsbaar en broos, ontoereikend, en slagen ze er niet in om voor elkaar te krijgen wat de makers en gebruikers voor ogen stond.” Eric Kluitenberg, “Tweede inleiding op een Archeologie van Imaginaire Media

2.
Je neemt een boodschap. Je verpakt die in een doosje. En met je setje gesteriliseerde communicatie-instrumenten plant je de boodschap vakkundig in het hoofd van je ontvanger. Een klassiek beeld van commerciële communicatie. Het is als met sprookjes: er was eens … en ze leefden nog lang en gelukkig, per definitie veroordeeld tot verleden tijd. Nooit ‘nu’, nooit zoals het had moeten zijn. Er was eens klassieke commerciële communicatie. Er zijn nog altijd sprookjes. Dat zegt genoeg.

3.
Nieuwe benadering: communicatie moet niets boodschapperigs overbrengen. Communicatie moet in beweging zetten. Hoe dan? Als een biljartkeu de witte bal, en de witte bal de rest van de ballen? En die ballen het spel, het spel de rest van de avond, de avond het begin van een relatie, de relatie het begin van een leven, het leven een begin van het einde van deze planeet? Het doet aan Tsjernobyl denken. Alsof je een regelstaaf te ver uit de splijtstof trekt en je de boel niet meer kunt stoppen. ("De gevolgen zijn niet te overzien." Anonieme reclameman/vrouw antwoordt: "Gelukkig maar.")

4.
Professionele communicatie zet gecontroleerd in beweging. Of ze zou dat moeten doen. Vakkundig geknetter met emoties. Statische elektriciteit voor specialisten. Vlooiencircus in de hersenen. Komt dat zien, komt dat zien. Humor, dat trucje lukt altijd. Even lachen kan nooit kwaad. Dat gaat vroeg of laat wel over.

5.
Te veel elektriciteit tegenwoordig. Continue hoogspanning. Gemopper als de zekeringenkast springt, het net overbelast raakt. Communicatie: we merken het pas als het er niet meer is. En als het er niet is, is het vervelend.

6.
Aanraken, fysiek, emotioneel of mentaal. Of niet. En of je omkijkt. En als je omkijkt, wie of wat zie je dan?

Niet veel. Een beeld, wat kleuren, slogans, een gimmick, brand equity aka een rommeltje in een keukenkast, stof en rotzooi die aan een velcro bal kleven, en daarin ergens een merk, een product, de sporen van een verhaal. Een mens? Een mens. Nagenoeg, nee, helemaal onzichtbaar. Media als masker, media als mode, media als make-up. Media als een voorspelling die zichzelf waarmaakt. Media als horoscoop.

7.
Professionele communicatie: met media de media onzichtbaar maken. Scotty beamen voor gevorderden. Zonder beamer.

8.
Met taal zeggen dat taal niet deugt. Of met woorden diezelfde woorden het zwijgen opleggen. En ze voor zich laten spreken. Was dat niet iets voor dichters? Taal is van iedereen. Dichters doen het met sprekend gemak. Of beter: ze doen alsof ze het doen met sprekend gemak.

9.
“Als je bereid bent om te mislukken, is het lukken indrukwekkender.” Dichterspraat.

10.
Professionele communicatie: in gedachten bij elkaar zijn. Zonder nadenken. Mislukken. En het (h)eerlijk vinden. Een moment op elkaar gelijken. “So in order to succeed from your failure, you have to think of your failed situation as a good place to start from.” Paul Arden. Gestuntel als in een Buster Keaton-film. Te toevallig. Grotesk, maar oprecht. Een seconde de wereld verbazen. Net stilte genoeg om het te vragen.

“Waar gaan we heen?" Your place or mine?

(World kicks in)

Jij mag het zeggen.

via: thebigpicture.be

Reacties