Nieuw werk in De Brakke Hond
De Brakke Hond heeft een nieuw nummer uit over poëzie en internet. Op vraag van Herlinda Vekemans en Alain Delmotte, de samenstellers van het nummer, schreef ik een essay over het onderwerp.
In Het onvertelbare leven ga ik op zoek naar de waarde van poëzie in de huidige kenniscultuur.
Aanvullend vind je ook nog een prozaïsch gedicht dat eerder al verschenen is op De Brakke Log.
Meer nieuws: ik stop bij het Venijnig Gebroed. Dat heeft niets met het Venijnig Gebroed te maken - waar trouwens heel wat fijns te gebeuren staat. Ik ga gewoon andere dingen doen, dingen die ik al veel langer had moeten doen en waar ik tot nu toe geen tijd voor vrij gemaakt heb. Keuzes maken dus, daar draait het om. Of er nog veel poëzie komt, weet ik niet. Voorlopig is de liefde voor het genre wat bekoeld. Maar als ik Rilke mag geloven zal snel blijken of ik eraan kan ontkomen of niet. :-)
Tot binnenkort.
Arne.
In Het onvertelbare leven ga ik op zoek naar de waarde van poëzie in de huidige kenniscultuur.
Aanvullend vind je ook nog een prozaïsch gedicht dat eerder al verschenen is op De Brakke Log.
Meer nieuws: ik stop bij het Venijnig Gebroed. Dat heeft niets met het Venijnig Gebroed te maken - waar trouwens heel wat fijns te gebeuren staat. Ik ga gewoon andere dingen doen, dingen die ik al veel langer had moeten doen en waar ik tot nu toe geen tijd voor vrij gemaakt heb. Keuzes maken dus, daar draait het om. Of er nog veel poëzie komt, weet ik niet. Voorlopig is de liefde voor het genre wat bekoeld. Maar als ik Rilke mag geloven zal snel blijken of ik eraan kan ontkomen of niet. :-)
Tot binnenkort.
Arne.
Dat is jammer, want er staat mooi werk van je in.
BeantwoordenVerwijderenLieve Maarten,
BeantwoordenVerwijderenJe hebt ook de brief van Rilke aan de jonge dichter gelezen. Je weet dat in het nooit van de dichter altijd het ooit van morgen klinkt. Wanneer ik nooit zeg, is het omdat ik m'n talent de plaats wil geven die het verdient. Af en toe merk ik dat ik maar al te graag mezelf en m'n gedichten in de schijnwerpers wil plaatsen, lijk ik wel m'n manager van m'n eigen band. En daar durf ik mezelf wel eens in te verliezen. Dan wordt het dichten lastig, een onderneming, een baan van moeten, moeten, moeten. En dichten is zo graag willen. Willen omdat het moet. Omdat het o-zo-zalig niet anders kan. Rilke wist het, jij weet het, en ik weet het ook.
Je compliment doet me deugd. Als student kon ik me verschrikkelijk druk maken over hoe dichters van dertig als jong talent werden aangezien. En wij dan?, dacht ik dan.
Ik moest er onmiddellijk aan terug denken toen ik je interview in Mezzo beluisterde. Onrust, zei je. Raak, dacht ik. Onrust is ook wat maakt dat je als jonge dichter je nog te druk maakt over hoe je jezelf moet managen in deze wereld, hoe je het moet doen om er te komen, denk ik. En dan is het zaak om te leren los te laten en jezelf eens stevig vast te pakken. Jezelf lief te hebben en toe te laten om zo mooi als je bent in het leven te staan.
Voor mij is dichten leren leven met jezelf. Geen vorm van leven is je naderbij. Mijn beslissing om uit het Venijnig Gebroed te stappen is een daad van liefde, een daad van genegenheid om dichter te komen bij mezelf, om meer mezelf te zijn in deze wereld vol schijnmanoeuvres en wannabe's.
We willen allemaal zo graag zijn dat we vergeten te zijn. Ik weet niet waar het vandaan komt, maar ik zal het niet snel vergeten.
Jij bent. En laat niemand je iets anders wijsmaken. En dat zal altijd je grootste sterkte zijn.
En nooit is ook nooit nooit. Tot bewijs van het tegendeel.