[Kritiek - Kunst-en Cultuurkritiek] De ondraaglijke lichtheid van het kunstjournalistieke bestaan: 3. Boutade non Grata
Het is een boutade dat kunst op de grens van alles beweegt, maar ik kan niet aan de verleiding weerstaan om te geloven dat dit waar is. Kunst doorbreekt het veilige, kunst is avontuur.
(Daarmee wil ik geen jocheistemming creëren zoals figuren à la Jan Hoet dat doen. Hun overkill aan enthousiasme leidt al te vaak tot een onkritisch en dweperig publiek. Kunst ìs dan kunst omdat het kunst moet zijn volgens x of y. Je reinste onzin is dat. Op den duur gaat het publiek nog geloven dat het haar schuld is dat het een bepaald werk niet als kunst ervaart omdat datzelfde publiek niet in staat is de "kunstigheid" van het werk te vatten. Aan het werk zelf schort immers niets, want kunstpaus Z heeft er zijn "amen" al over uitgesproken. Maar dit – let op de haken – geheel terzijde.)
In het dagelijkse leven leggen wij conventionele inhouden in conventionele vormen en dragen wij dit alles op conventionele manieren aan elkaar over. Het is eigen aan mensen om in dat gewone communicatieverkeer het onconventionele zoveel mogelijk te vermijden, want zoiets zou ons denken stremmen, onze gevoelens in de war sturen. Het zou ons een gevoel van onveiligheid bezorgen, een afkeer van de ander die ons in de war heeft gebracht. Het zou bovendien ook niet economisch, niet productief zijn.
Kunst houdt daar allemaal geen rekening mee en mag daar ook geen rekening mee houden. Zij moet voortdurend wijzen op de tekortkomingen van de conventionele vormen en op de bevrijdende werking die een zoektocht naar nieuwe vormen kan hebben.
We hebben hier dus een systeem met twee tegenpolen. Aan de ene kant is er de kunst op de grens van de vorm en aan de andere kant de conventionele communicatie in het veilige centrum. (De beeldspraak loopt een beetje mank, waarvoor mijn excuses, maar het komt wel goed, dat beloof ik.)
Tot zover de vorm. Nu de inhoud.
In het centrum van het beeld dat ik geschetst heb, wemelt het van conventionele inhouden, een soort van behaaglijke mist of illusie die ons de indruk geeft dat we begrijpen waar het hier op deze aardkloot om gaat. Onder die mist beweegt zich de mysterieuze betekenis waar de kunstenaar naar op zoek is. Vanuit de kern borrelt die betekenis op door een steeds dunner wordende schil naar de kunstenaar toe. Helemaal verdwijnen doet de conventionele schil waarschijnlijk nooit, maar de kunstenaar is in staat om de diepere betekenis die ze verbergt het zuiverst aan te voelen.
("Iedere vorm legt beperkingen op aan de inhoud en iedere inhoud legt beperkingen op aan de vorm.")
Op die manier lijkt kunst iets elitairs, maar dat hoeft ze niet te zijn. Doordat de oerbetekenis opborrelt vanuit het conventionele centrum, kan namelijk iedereen ze gewaar worden. Hoe dichter je je bij het centrum bevindt, hoe bedreigender, hoe onbegrijpelijker de ervaring van die betekenis, maar ook hoe kleiner de kans is dat je merkt waar het in essentie over gaat omdat de conventionele mist er vaak nog te dik is.
Posted by Arne S. to Kritiek - Kunst-en Cultuurkritiek at 3/20/2006 04:35:14 AM
(Daarmee wil ik geen jocheistemming creëren zoals figuren à la Jan Hoet dat doen. Hun overkill aan enthousiasme leidt al te vaak tot een onkritisch en dweperig publiek. Kunst ìs dan kunst omdat het kunst moet zijn volgens x of y. Je reinste onzin is dat. Op den duur gaat het publiek nog geloven dat het haar schuld is dat het een bepaald werk niet als kunst ervaart omdat datzelfde publiek niet in staat is de "kunstigheid" van het werk te vatten. Aan het werk zelf schort immers niets, want kunstpaus Z heeft er zijn "amen" al over uitgesproken. Maar dit – let op de haken – geheel terzijde.)
In het dagelijkse leven leggen wij conventionele inhouden in conventionele vormen en dragen wij dit alles op conventionele manieren aan elkaar over. Het is eigen aan mensen om in dat gewone communicatieverkeer het onconventionele zoveel mogelijk te vermijden, want zoiets zou ons denken stremmen, onze gevoelens in de war sturen. Het zou ons een gevoel van onveiligheid bezorgen, een afkeer van de ander die ons in de war heeft gebracht. Het zou bovendien ook niet economisch, niet productief zijn.
Kunst houdt daar allemaal geen rekening mee en mag daar ook geen rekening mee houden. Zij moet voortdurend wijzen op de tekortkomingen van de conventionele vormen en op de bevrijdende werking die een zoektocht naar nieuwe vormen kan hebben.
We hebben hier dus een systeem met twee tegenpolen. Aan de ene kant is er de kunst op de grens van de vorm en aan de andere kant de conventionele communicatie in het veilige centrum. (De beeldspraak loopt een beetje mank, waarvoor mijn excuses, maar het komt wel goed, dat beloof ik.)
Tot zover de vorm. Nu de inhoud.
In het centrum van het beeld dat ik geschetst heb, wemelt het van conventionele inhouden, een soort van behaaglijke mist of illusie die ons de indruk geeft dat we begrijpen waar het hier op deze aardkloot om gaat. Onder die mist beweegt zich de mysterieuze betekenis waar de kunstenaar naar op zoek is. Vanuit de kern borrelt die betekenis op door een steeds dunner wordende schil naar de kunstenaar toe. Helemaal verdwijnen doet de conventionele schil waarschijnlijk nooit, maar de kunstenaar is in staat om de diepere betekenis die ze verbergt het zuiverst aan te voelen.
("Iedere vorm legt beperkingen op aan de inhoud en iedere inhoud legt beperkingen op aan de vorm.")
Op die manier lijkt kunst iets elitairs, maar dat hoeft ze niet te zijn. Doordat de oerbetekenis opborrelt vanuit het conventionele centrum, kan namelijk iedereen ze gewaar worden. Hoe dichter je je bij het centrum bevindt, hoe bedreigender, hoe onbegrijpelijker de ervaring van die betekenis, maar ook hoe kleiner de kans is dat je merkt waar het in essentie over gaat omdat de conventionele mist er vaak nog te dik is.
Gent, Augustus 2004
(eerder verschenen in Rekto:Verso)
Posted by Arne S. to Kritiek - Kunst-en Cultuurkritiek at 3/20/2006 04:35:14 AM
Reacties
Een reactie posten