Sociaal zijn

 Toch gek om na al die jaren mijn best doen om sociaal te zijn, te merken dat het me toch niet ligt, zo in groep zijn.

Het gekke is, ik wil er wel graag bij zijn, daar niet van. Maar als ik moet praten met meer dan één iemand tegelijk, dan kost me dat meer moeite dan me lief is. Als er een gesprek is waarin verschillende mensen in discussie gaan of door elkaar praten, dan lijkt het wel alsof ik ineens ergens anders ben, buiten dat gesprek.

Lang gedacht dat als ik zou blijven oefenen met dat groepsgebeuren, dat het wel los zou lopen. Niet. Telkens opnieuw zocht ik op feestjes iemand op voor een goed gesprek, wat lol. Hoe ouder ik werd, hoe vaker ik het deed.

Godzijdank was er vaak een camera, soms van andere mensen, later van mij, waarmee ik dan het gebeuren in beeld kon brengen. Het maakte contact maken makkelijker. Ik had iets om handen waarmee ik me op een zinvolle manier tussen de mensen kon bewegen.

Hoe kon het dan dat ik al die jaren groepen heb begeleid? Wat vond ik daar zo leuk aan? Want deelnemen aan panels of conferenties, daar werd ik bloednerveus van. Ik kwam daar vaak opgefokt van terug.

Als begeleider? Veel minder. Misschien omdat het me meer om de gesprekken te doen was, dan om het omgaan in groep zelf. Ik sprak de groep toe, beluisterde deelnemers voor de groep, creëerde voor anderen de context om individueel, per twee, per drie of met meer goeie gesprekken te voeren.

Vandaag waren we samen om moederdag te vieren. Gezellig bij mijn zus. De eerste moederdag weliswaar zonder mijn vader. Toch hebben we genoten. Maar ik was moe, vooraf al. En na een uur of drie ook.

Anders dan vroeger, besliste ik om dan al naar huis te gaan. Het was genoeg geweest. Gedaan met oefenen. Dit was mijn autisme. Het was tijd om naar mezelf te luisteren. 

Ik ben graag onder mensen, maar het maakt me moe, de snelle gesprekswisselingen, het voortdurend bewegen van alles om me heen, het heen en weer schieten van mijn aandacht tussen naar wat er aan tafel gebeurt, de spelende kinderen, de buren, gedachten. Het maakt me meer moe dan ik zou willen. Want eerlijk, ik ben graag op mezelf, maar niet graag alleen.

Het mooie is, dat als ik rond me kijk, er wel wat mensen zijn bij wie ik dat al heb kunnen zijn, op mezelf, zonder alleen te zijn. Dat had ik ook in die groepsbegeleidingen, op de momenten dat mensen met elkaar in gesprek waren en ik tussen hen zwierf. Of naar hen keek. Of ik naast iemand neer hurkte om zonder te storen te luisteren, een vraag te stellen, een compliment te geven, een foto te maken.

Reacties

Populaire posts