[Kritiek - Poëziekritiek] POËZIE BESTAAT NIET: reactie van Jan Lauwereyns

It was when I said,
‘Words are not forms of a single word.
In the sum of the parts, there are only the parts.
The world must be measured by eye’


“On the Road Home”
uit: Parts of a World van Wallace Stevens

Na de oogmeting volgt er een ; in het gedicht van Wallace Stevens, geen knipoog uit het e-tijdperk, maar een nette aanduiding dat er nog iets volgt – twee stanza’s, waarvan de laatste:

It was at that time, that the silence was largest
And longest, the night was roundest,
The fragrance of the autumn warmest,
Closest and strongest.


Niet meteen wat je bij een oproep tot discussie zou willen zien. Ofwel had Arne Schoenvuur het gedicht maar voor de helft gelezen, toen hij het dure citaat bij zijn rondzendbrief voegde, ofwel hebben we hier te maken met een boodschap op hoger niveau – Schoenvuur zegt wel dat hij een aanzet tot discussie wil geven, maar in feite verwacht hij (eerder cynisch) de grootst mogelijk stilte als antwoord, en kijkt hij genoeglijk uit naar de ronde, warme herfstnacht van zijn onbetwist gelijk.

Nu zie ik mij dus (uitgeroepen tot einzelgänger) verplicht om toch een (weliswaar gespleten) antwoord te geven. In geval A, het geval van de maar voor de helft lezende Schoenvuur, zal ik de aspirant-poëzielezer schoolmeesterachtig op de vingers tikken, en stellen dat wie een pleidooi voor poëzie wil houden, er goed aan doet die poëzie grondig te lezen. In geval B, het geval van de halfslachtige oproep tot discussie door een beterwetende Schoenvuur, zal ik volhouden dat die discussie nooit niet heeft bestaan, en dat het een beetje flauw is, makkelijk, lui, om zichzelf als pionier voor te stellen wanneer alle voorgangers simpelweg geen blik wordt gegund. The world must be measured by eye, niet by visual neglect. Had die Schoenvuur Stevens maar gelezen.

Als Schoenvuur bovendien op een gebrek aan reactie anticipeert, lijkt me dat op het randje van het manipulatieve, een gooi naar heerschappij op basis van het principe dat zwijgen toestemmen weze. Tegen zo’n Schoenvuur zou ik zeggen, laat je cynisme varen, doe het for real, in groepsverband, institutioneel of anderszins, maar kijk ook vooral uit naar wat er al is, naar aanknopingspunten, studies, essays, waarin gelijkenissen en verschillen tussen vormen van kennen en denken – religieus, kunstzinnig, wetenschappelijk – reeds verkend en besproken worden, met of zonder poëzie als vertrekpunt. Badiou, prima, maar is dat echt alles wat je vindt?

Jan Lauwereyns


--
Posted by Arne S. to Kritiek - Poëziekritiek at 7/10/2006 01:40:25 PM

Reacties