Album

Het album

Ze was zich van geen kwaad bewust
En ontvouwde zich gewillig
In de vertrouwd voelende handen

Berustte in de blik
Die haar bladzijde
Na bladzijde streelde
Als was die van hem
Met wie ze al die jaren deelde

Het in licht gestold verbeelde
Verleden dat zij zorgvuldig bewaarde
En dat, zo beeldde zij zich in,
Zij van vergelen en vergeten heelde 
Zoals zoveel van wat in het gekrakeel
Van ons levenslang herinneren
Verloren ging.

Maar dan ineens hielden de vingers op met strelen
Werd het aaien graaien en sleuren en scheuren
Rukten ze het zorgvuldig in herinnering gevatte licht uiteen
In een biljoen voorgoed onleesbare kleuren
Voor altijd anoniem en ontbonden
Van het gebeuren
Dat hen destijds had samen gebracht

En zo werd zij gesloten
Van buiten gaaf
Van binnen verscheurd
Geschonden en gebroken
De band tussen wat is en was
Ontbonden
Ze treurt om wat is gebeurd
Haar bladzijde dof en mat
Geen glans meer te bespeuren
Helemaal in zichzelf gekeerd
Vraagt ze zich af
Zal hij haar ooit nog een blik waardig keuren

Dan neemt hij haar voorzichtig ter hand
En houdt haar tegen zijn borst
Vlijt zijn hoofd tegen haar neer
Zijn tranen strelen het leer
Brengen weer wat glans terug
Al is het uit treurnis om wat niet meer
Is, geen terugkeer
Meer mogelijk nu de herinnering gewist
Uit hun beider handen gegrist
Door een als geliefde vermomde dief

Nu alle licht weer plaats heeft genomen
Het stormen weer tot ruisen
En de dingen weer tot rust zijn gekomen
Gloort aan de horizon
De tijd van dromen
De tijd van wat nog kan
En zal en mag komen
De tijd waarin hij zich door niemand nog
Zal laten dwarsbomen.

De tijd van nog onbelichte herinneringen
Mijmeringen, lief, liever en liefstelingen
Van ongekende ontwikkelingen
In de donkere kamer in zijn hoofd
Ontvouwt zich een leven aan tentoonstellingen, voorstellingen,
Verbeeldingen
Die hij haar opnieuw zal toevertrouwen
Streling na streling
De littekens en sporen van vervlogelingen
Verdringen
Vervangen door nieuwelingen

Want hij weet
Het licht is eeuwenoud
Laat zich niet zomaar bedwingen
Verstillen tot dingen noch herinneringen
Zal tot lang na hem blijven zingen
Altijd maar zingen

En wat de dief heeft ontvreemd aan herinneringen
Zal dan ook als zand uiteen vallen
Tussen haar graaiende vingers 
Vervormen, verkleuren, verschijnen
Verteren, verdwijnen, treurend
Speurend naar houvast
Tegen het vergeten
Zal ze weten
Dat geen liefde noch licht zich laat vangen
Door haar verlangen
Om gezien te worden
En zij zichzelf het licht ontzegt
Om ten volle bij het leven te horen.

Reacties