De draaglijke lichtheid van het bestaan

 Het is niet aan mij
Om je onrust te dragen

Zoals het ook niet stormt
En regent in mij
Als buiten de wind
Als een bezetene tekeer gaat
En de regen driest teneer slaat
Alles en iedereen
Die zich verweert.

Want ik ben het tere herfstblad
Dat op het kolkende water drijft
En daar blijft
Tot lang nadat de rust is weer gekeerd.

Het zachtjes wiegende wier
Op de immer rustige bodem
Van het meer
Diep onder de schuimende, fluimende golven
Op het dreigende water
Zwart als teer.

Geen meeuw die eraan denkt
Om bij harde wind
Het onweer
Met nog meer vleugelslagen
Te verjagen
Wie meeuwen kent
Die weet
Dat zij zo wijs zijn
Om zich te laten dragen
Tot waar de wind
Vanzelf gaat liggen.

Omdat zij weten:
Het is niet aan mij
Om je onrust te dragen.

Reacties