Van Dale-reis 2

  • angejiddeld (Jiddische woorden (goed) gebruiken)
  • botryt (druivensteen)
  • comtoise (hangklok, slingerklok uit de Franche-Comté)
  • daalvlucht (vlucht waarbij de hoogte boven een bep. niveau afneemt <=> stijgvlucht)
  • extaticus (persoon die zich (herhaaldelijk) in een toestand van extase bevindt)
  • fabulant (iemand die fabels verzint of sprookjes vertelt / babbelaar)
  • gadood (plotselinge dood)
  • gadoop (het dopen in geval van sterfgevaar, door een niet-geestelijke, cf. nooddoop)
  • hellmanngetal (getal waarin de strengheid van winters wordt uitgedrukt, verkregen door van alle dagen in de periode november-maart met een gemiddelde temperatuur onder nul die temperaturen op te tellen en de min weg te laten)
  • iaën (balken van ezels, balken als een ezel)
  • jeile (jeiles/jeiling) (heibel, drukte, opstootje)
  • kokage (kooksel, spijs)
  • logonomie (de mate waarin een rechter zich laat leiden door de wet)
  • muisdicht (zo dicht dat er geen muis door kan)
  • nieteling (mens als een nietig wezen, onbeduidend mens)
  • operabel (geopereerd kunnen worden / (m.i. familie van het bommelding)
  • pestratel (door pestlijders gebruikte ratel)
  • quadratrix (kromme lijn gevonden door de sofist Hippias van Elis (vijfde eeuw v.Chr.) en door hem toegepast bij de trisectie van de hoek en de kwadratuur van de cirkel (ik begrijp het volkomen, en u?))
  • raskolniken (of roskolniken, naam die de Russische kerk geeft aan de leden van alle sekten die zich van de kerk hebben afgescheiden, scheurmakers, ketters)
  • semiologie (symptomatologie / semiotiek / leer van de interpretatie van het oudste notenschrift)
  • towelette (in eau de cologne gedrenkt tissuetje)
  • uitbuien (ten einde buien (niet in de 1e of 2e persoon) / het weer of het had eindelijk uitgebuid / de buien hielden ten slotte op / (figuurlijk) de rust keerde eindelijk weer)
  • vaanstaart (langharige staart / (jachtterm) hond met een vaanstaart)
  • wielmuis (computermuis met een wieltje aan de bovenzijde waaraan men kan draaien om te scrollen e.d.)
  • xystus ((bij de Grieken) lange gang, waarin de atleten zich oefenden / (bij de Romeinen) schaduwrijke laan voor de zuilengang van een landhuis / (in de middeleeuwen) lang kruisgewelf van kloosters)
  • yamashita (sprong aan het paard, met overslag uit de handstand)
  • zaagmolm (fijn zaagsel)

(afbeeldingen: quadratrix)

Reacties